Instructie: One Block Wonders


One Block Wonders is een techniek voor een quilttop van zeshoeken met een kaleidoscoop effect.


Er is stof nodig met een grote, zich herhalende print. Bijvoorbeeld van Philip Jacobs. De hoeveelheid is afhankelijk van de maat van de quilttop die je wilt maken. Het moet tenminste 6 maal het rapport van de stof zijn (6 maal de print).

Snijden: Meet het rapport van de print op de stof.(Dit kan per stof variëren. Het rapport dient ten minste 30 cm te zijn, anders wordt de quilttop tamelijk klein) Snijdt 6 maal het rapport over de volle
breedte van de stof.
Leg vervolgens de 6 lappen heel precies op elkaar.


Doe dit als volgt:
Zoek op 1 á 2 cm van de snijrand (in de buurt van de zelfkant) naar een herkenbaar punt en zoek langs de zelfkant naar de eerst volgende herhaling. Steek een (bloemetjes-)speld door het gevonden punt van alle 6 lagen. Houdt de speld daarbij verticaal, rechtop (dus niet vastspelden) en doe deze actie ook aan de andere snijrand. Neem de schacht van beide spelden tussen je wijs- en middelvingers en druk met je duimen de speld stevig door de stoflagen. Laat de stof hierbij vrij hangen. Geef een paar kleine rukjes met beide handen naar beide zijkanten om de stof volkomen te strekken en precies op elkaar te laten vallen. Controleer dan langs zowel de snijkanten als de zelfkanten of de print van de stof exact op elkaar ligt. Terwijl de stof op tafel ligt houd je de wijs- en middelvingers aan de achterkant van de stof met de speld punt ertussen geklemd zodat deze rechtop blijft.


Speld de stoflagen met een andere speld op elkaar, maar laat die speld er bijna parallel aan de stof inglijden, zodat de stoflagen niet ten opzichte van elkaar verschuiven. Herhaal dit proces aan de zelfkanten van de stof en aan de snijkanten, (zowel onder als boven) en tenminste bij de stofvouw in het midden. In totaal zijn er uiteindelijk 6 spelden die de stof op zijn plaats houden. Een handige toevoeging is om de randen met enkele stippeltjes stoflijm (Sewline fabric glue pen) vast te zetten.


Snijdt vervolgens een strip af van 10 cm. breed van de opengelegde stof (zelfkant tot zelfkant). Controleer daarna het overgebleven deel van de stoflagen of deze nog goed op elkaar liggen en zet ook deze weer exact vast voor je verdergaat en snijdt zo alle 6 strips.


Snijdt vervolgens van iedere strip driehoeken met behulp van een 60 graden driehoek, (of met een lineaal met een 60 graden lijn). Begin vlak naast de zelfkant rechts, voor de 1e snede aan de rechterkant van de driehoek. Plaats dan een lineaal precies aansluitend tegen de linkerzijde van de driehoek. Haal de driehoek weg en snijdt langs de lineaal de andere zijde van de driehoek af. Plaats vervolgens de 60 graden driehoek of je lineaal weer op de strip, maar dan zo dat de punt van de driehoek  naar je toe komt te liggen en maak de volgende snede. Hierdoor komt een 2e driehoek met de punt naar beneden te voorschijn. Op deze manier doorgaan tot einde strip. Elke driehoek die je snijdt produceert 6 identieke driehoeken voor een zeshoek.

WERKPLAN voor een  grote-QUILT

 De maat van de top: de gewenste afmeting voor de quilt is: 1.70 – 2.90 m.
Hiervan zal een deel border zijn. Ik ben voorlopig van een relatief smalle (+/- 8 cm) border uitgegaan, maar dat kan ook anders besloten worden natuurlijk. Mijn overweging is geweest dat een te brede rand mogelijk de ongelijke valling van het kleed over de kist benadrukken zal. (Er is n.l. meer ruimte beschikbaar in de breedte dan de lengte als het kleed over de kist hangt.)
De smalle zijden van de top worden recht, de 2 lange eindigen in een zig-zag-rand en deze kunnen ofwel afgesneden worden tot een rechte lijn of als we dat willen, zig-zag gelaten worden. Wel moeten ze dan opgevuld worden met driehoeken van de borderstof wat dan weer een rechte rand oplevert.


Planning voor 8 personen: we naaien om te beginnen ieder 46 halve hexagonnen.
(Straks worden dat natuurlijk 23 hele hexagonnen). Samen zijn dat er 184 (ik naai er nog wat extra om keus te hebben)

Naaiplan voor een quilt met border van 8 cm:
Het naaien van de driehoeken
Je kunt de driehoeken op 3 verschillende manieren rangschikken om een
caleidoscopisch effect te krijgen. De zijde waar de draden van de stof horizontaal lopen moet de basis van de driehoek zijn. De top er tegenover wordt het centrum van de caleidoscoop. De draadrichting is het beste te zien aan de achterkant van de stof. Het is soms verleidelijk het anders te rangschikken, maar het geeft later problemen als je het niet doet. De schuine zijden rekken altijd iets tijdens het naaien en strijken. Er worden er genoeg gemaakt om enkelen af te keuren of te verknoeien. Ik stel daarom voor om ons hieraan te houden.
Teken eerst met de mal (gelijkzijdige driehoek) als leidraad de naden van alle driehoeken af. Gok niet, maar meet echt. Het scheelt soms echt.


Naai daarna steeds 2 driehoeken (goede kant op goede kant) met de punten exact op elkaar liggend aan elkaar. Let er wel goed op dat de print en de draadrichting kloppen. Om straks de naden consequent naar 1 zijde te kunnen strijken, naaien we niet helemaal tot het einde van de stofrand, maar precies tot aan de punten van de driehoek. (Doen we dat niet dan worden de naden verankerd.  De richting van de naden zal dan om het andere blok niet op elkaar aansluiten en dat is wel de bedoeling).
Hecht steeds goed af door 1 á 2 steekjes terug te naaien! Na het vast stikken van de eerste naad vouw je deze naar een zijde en daarna leg je de 3e driehoek (goede kant op goede kant) op één van beiden en naai je deze ook vast

Je hebt nu een halve hexagon. Strijk de naden met een droge strijkbout om het uitrekken van de stof zoveel mogelijk te voorkomen. Naai dan ook de andere helft van de hexagon uit de overige 3 driehoeken en speldt beide helften vervolgens met een speld op elkaar, zodat ze bij elkaar blijven.
Dus nog niet aan elkaar naaien!
Na het rangschikken van de hexagonnen tot een mooie, evenwichtige quilttop worden de halve hexagonnen in lange strips (van driehoeken) aan elkaar genaaid en ten slotte worden deze strips tot een rechthoek aan elkaar genaaid.
Optie 1  (border van 8 cm)
We gaan uit van 12 rijen (onder elkaar) van elk 17 hexagonen

De middennaad van de hexagonnen wordt verticaal gelegd.
De afmeting van 1 hexagon is +/- 16 – 18 cm .
Deze naaien we tot een rechthoek van: 2.72 – 1.62 m.
De korte zijden zijn recht, de zigzagrand valt aan de lange zijden.
De maat van de top wordt na afsnijden hiervan (2 x 4 cm)  2.72 – 1.54 m.
Inclusief  border en bies (van resp. 2 x 8 cm en 2 x 1 cm) wordt dat dan 2.90 – 1.72 m.
Hiervoor zijn 204 hexagonnen nodig.
Optie 2  (border van 8 cm) (of border van 12 cm).
We kiezen ervoor de zigzagrand intact te laten.
We gaan uit van 12 rijen van elk 17 hexagonnen  (of van 12 rijen van 16.5 hexagonnen).
(zie als voorbeeld de afbeelding op de laatste bladzijde).
We naaien driehoeken van borderstof tussen de punten om de rand recht te maken.
Om de border aan alle zijden gelijk te maken nemen we een border van 8 cm (12 cm)
aan de korte zijden en voegen we nog een border van 4 cm (8 cm) toe aan de lange
zijden (de punten van borderstof zijn al 4 cm).
Hiervoor zijn 204 (198) hexagonnen nodig.

Het ontwerpproces




We beginnen met stapels van de hexagonnen te maken door deze te sorteren op hun meest op de voorgrond tredende kleur en/of  patroon. Als een hexagon niet bij een stapel lijkt te passen, beginnen we een nieuwe stapel. Als we ze gaan sorteren zullen er zeker een paar niet onder te brengen zijn, maar deze vormen soms een mooie overgang van de ene kleur kolonie naar de andere.
We beginnen wellicht met de lichtste kleur ( bij deze opdracht is het wenselijk, om de lichtste tinten in het midden te houden, maar we worden hier wel vrij in gelaten) en plaatsen de hexagonnen van die stapel op het flanel in een ineen passend (honingraat) patroon en beginnen daarvoor zo ergens in het midden. Wanneer 2 of 3 hex. met eenzelfde patroon en kleur bij elkaar gelegd worden, gaat het lijken of ze in elkaar overlopen, de naad lijkt a.h.w. te verdwijnen. Dit geeft het mooiste effect. Kan natuurlijk niet voor 100 % lukken. Vervolgens laten we een 2e  en 3e kleur aansluiten. (Zie de afbeeldingen onderaan de tekst)


Na afloop van een ontwerpsessie rollen we het flanel inclusief de hexagonnen op over een koker (die ik heb) en gaan de volgende keer verder en/of bekijken kritisch ons ontwerp van de vorige keer en stellen die eventueel bij. Als we tevreden zijn wil ik stickers plakken op elke halve hexagon om zijn plaats in het geheel vast te leggen en de strijkrichting van de naden aan te geven.

Het naaien tot een quilttop




Fase 1: We nemen ieder 4 verticale rijen (en 2 personen 5) mee naar huis en naaien die volgens de gemerkte volgorde aan elkaar.



Leg de puntjes van de driehoeken zo goed mogelijk op elkaar en gebruik de rek van de stof eventueel om ze passend op elkaar te kunnen leggen. Als de 9 halve hexagonnen onder elkaar zijn genaaid, leg dan een lange lineaal op de rand en controleer de lijn waarmee de verticale stiknaad wordt aangegeven, zodat deze zoveel als mogelijk recht zal worden. Alle naden strijken.
Op dinsdag 3 december 2014 voelden wij ons zeer vereerd met het bezoek van de dames van het Bardo Hospice.



Naai vervolgens de 4 verticale rijen (naast elkaar) vast: rij 1 en 2 eerst aan elkaar, daarna rij 3 en 4 en vervolgens die ook weer aan elkaar.

Fase 2: We naaien alle stukken van iedereen aan elkaar tot de uiteindelijke quilttop en kiezen een borderontwerp.



Fase 3: Nu begint de afwerkingfase. De benodigde stof voor de border moet worden uitgekozen.
Vervolgens gesneden en aangenaaid worden. 04-02-2014 BEE bij Els.


Fase 4: We bepalen samen hoe de achterzijde zal worden. De achterzijde van Annemieke’s quilt werd door de medewerkers van Bardo erg gewaardeerd en kan wellicht als leidraad dienen. Er is nog iets stof van de quilttop over, die kan dus e.v. ook verwerkt worden in de achterzijde.


Fase 5: Vervolgens gaan we sandwichen en rijgen en kiezen we een quiltpatroon. De nieuwe techniek  sandwichen was wel erg spannend. Annemiek heeft een spuitbus plakspul meegenomen. Over het resultaat waren wij erg enthousias.



Fase 6: doorstikken van de quilt. (met de hand dan wel met de machine.) Mallen voor het quiltpatroon



Fase 7: afwerking met een bies. Deze snijden en naaien tot de benodigde lengte; en tenslotte eraan naaien.


Achterkant
:

Fase 8: zoomen van de bies.



De deken heeft de naam: ‘Meerstemmig’ mee gekregen. Nelleke, Annemieke en Ruth hadden de eer de deken in het Bardo Hospice te overhandigen. Dit was op 22.mei 2014 in September 2013, zijn wij begonnen.Voor het doel van de deken, vonden wij een dubbelzijdige QUILT erg handig. De kleuren vormen een mooi geheel met de kleuren van de ruimte en de kamers van het Hospice.


Quiltdeken kan dubbelzijdig gebruikt worden. Dit is de achterkant
.


 Watermerk van de deken op de achtergrond van een A4, met foto’s van de activiteiten
van de ‘MEERQUILTERS’.Ontwerp, Layout: Ruth Spaargaren.



 Tekst over werkbeschrijving van de groepsquilt ‘ MEERSTEMMIG.’
geschreven door leidster van dit mooie project, Nelleke Dekker


Quiltdeken, voor– en achterkant op een bed. De kleuren komen mooi overeen met de kleuren van de
kamer.



Nog even aan de wand bij Ruth thuis. Wat is die mooi geworden.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten